Mijmering van Bert Daelemans sj bij een leeg tabernakel
Bert Daelemans sj is theoloog en geeft les aan onze theologiefaculteit in Madrid. Deze zomer woonde hij een concert bij in Brugge. Onderstaande overweging is daar de vrucht van.
Op een zomerse avond
woon ik in Brugge een concert bij. Proper, keurig, braaf paraderen Boccherini
en Haydn door de zaal. Een oudere man voor mij valt voortdurend in slaap;
tevergeefs pogen tedere tikjes van zijn vrouw zijn charmant gesnurk te
temperen. Een interessante herademing is een intiem, mysterieus, klagend Miserere van Andriessen. Toch is het
slechts in het laatste deel van een Mozartsymfonie dat er wat gebeurt: alsof
het orkest ontwaakt; de muziek wordt pittig, fris, jong, speels, gedurfd - een
heuse ervaring. De muzikanten wisselen een schalkse glimlach, ze zitten losser
in hun vel, het is heerlijk om dit bij te wonen. Een waterval van vuur en
vonkjes. Die springen over in het publiek; dat is dan ook terecht dankbaar,
opgenomen in die waterval en geen toeschouwers meer. Met dezelfde meesterlijke
kracht herhaalt het orkest een deeltje van Boccherini. Wat een verschil! Zijn
zij nu pas opgewarmd? Wat is er gebeurd? Dít is muziek! Zij rolt van de
instrumenten af met hartstocht en levenslust. Een unieke, onvergetelijke,
adembenemende ervaring. Een lust voor oog en oor, dat het daverend applaus
verdient.
Terug in
huis, ons nu leegstaande huis in de Kortewinkel, bekom ik even in de kapel waar
ik negentien jaar geleden in de Sociëteit intrad. Het verbaast mij hoe mijn
lichaam reageert op dit gebouw met zijn krakende vloeren, kronkelende trappen
en onmiskenbare geur, alsof het ermee vervlochten is, alsof donkere kamers in
mij open- en dichtgaan samen met dit huis. De muren en het tapijt zitten vol
met namen en gezichten en verhalen, maar het tabernakel staat open als een
leeg, gapend gat. Nu begrijp ik opnieuw de presentia
realis (werkelijke aanwezigheid van Christus in de Eucharistie als
verschillend van de ‘gewone’ aanwezigheid van God in de schepping): het is een
muziekstuk waar de vonken van af springen. God wordt tastbaar aanwezig en heel
het orkest ontwaakt. Niemand heeft het in de hand: dit gebeurt aan
ons, opgenomen in die waterval en geen toeschouwers meer. Wij worden
losser, vrijer, schalkser - alles wordt nieuw: pittig, fris, jong, speels,
gedurfd. Een heuse ervaring.
Bert Daelemans sj
Reacties