Wat er gebeurt als je in het station van Rotterdam de gevaar-modus inschakelt
ELFDE ZONDAG DOOR HET JAAR - Jaar C
2 Samuël 12,7-10.13 - Psalmen
32(31),1-2.5.7.11. Galaten 2,16.19-21. Lucas 7,36-50.8,1-3.
Vorige week zaterdag was ik in het station van
Rotterdam. Ik moest een half uur wachten op de trein, haalde mijn laptop boven
en begon wat mails te beantwoorden. Op het bankje tegenover zat mij een jonge
man. Om de een of de andere reden gaf hij mij een onaangename indruk. Plots
kwam die kerel voor me staan. Ik schakelde spontaan over op de “gevaar-modus”: Wat wil die van mij? Dat werd meteen
duidelijk. Hij had geraden dat ik zat te wachten op de trein naar Antwerpen.
Vermits ik druk aan het werken was, had ik niet gemerkt dat er een
spoorverandering was omgeroepen. Vriendelijk maakte hij me daar op attent. Ik
pakte mijn spullen bij mekaar en snelde naar het andere spoor, waar de trein
reeds stond te wachten. Toen ik in de trein op zoek ging naar een plaatsje,
kruiste ik opnieuw die jonge man. Ik tracteerde hem op mijn alleraardigste
glimlach. Ik was hem zeer dankbaar. Maar ik was niet erg fier over de blik
waarmee ik hem eerst aangekeken had.
Het verhaal dat Lucas ons zonet vertelde gaat over
iets soorgelijks. Je zou kunnen zeggen dat het gaat over twee wijzen waarop
mensen, wij dus, naar elkaar kijken, met elkaar in relatie kunnen treden. In
het bijzonder als de gevaarknop ingedrukt is.
Simon, de Farizeeër die Jezus heeft uitgenodigd om te
eten, heeft een duidelijk idee over die vrouw. Simon is een man die strikt de
Joodse wet naleeft. Net zoals Jezus. Zoals de andere inwoners van de stad is Simon
oprecht geschokt door de veelvuldige zonden van die vrouw. Begrijpelijk. Probleem
is dat Simon zozeer op de zonde van die vrouw is gefixeerd, dat hij de vrouw
zelf niet meer ziet. Hij heeft enkel maar oog voor de zonde. Met alle gevolgen van
dien.
De reactie van Jezus is heel anders. Jezus ontkent
niet dat de vrouw gezondigd heeft. Integendeel. Ook Hij stelt vast, en nog wel
publiek, dat de vrouw flink door het lint is gegaan. Maar, zijn trouw aan de
wet en zijn voorbeeldigheid beletten Jezus niet om die vrouw te behandelen zoals zij ten diepste is: een uniek
kind van God, geschapen naar zijn beeld en gelijkenis. Jezus trapt niet in de
valkuil om de vrouw op te sluiten in haar
zonde. Integendeel. Door zijn blik, door zijn manier van omgaan met haar, maakt
Hij haar duidelijk dat Hij haar vergeeft. Het resultaat is spectaculair. Het bevrijdt
een vloedgolf van goedheid, tederheid en dienstbaarheid waarvan die vrouw
misschien zelf vergeten was dat ze ertoe in staat was.
Beste medegelovigen, Jezus reikt ons hier een
eenvoudige maar eisende pedagogiek van de liefde aan. Het is de pedagogiek van
God zelf. En ze werkt, in het bijzonder ten aanzien van zondaars, dwz gewone
mensen, dwz, mensen zoals wij.
Als ik naar mezelf kijk, dan weet ik dat ik spontaan
makkelijker vriendelijk ben tav mensen die ik moreel hoogstaand vind, en moeilijker
liefde zal betonen tav mensen waarvan ik meen dat er moreel een probleem is. Hoe
oneindig subtieler en vrijer gaat Jezus
tewerk. Net omdát de vrouw een zondares is, gaat hij haar extra zijn liefde
betuigen. Het is als ouders die houden van hun kind, ook wanneer dat kind in de
moeilijke puberjaren zit. Ongelofelijk, hoe ouders zich dan telkens opnieuw vergevend,
begripvol en verzoenend kunnen opstellen. De zieke heeft toch net meer zorg
nodig. Niet minder. Zijn we het er niet allen over eens dat liefde de beste
medicijn is?
Beste broeders en zusters, de Heer nodigt ons uit om
letterlijk in eigen boezem te durven kijken. Om te erkennen en te beseffen dat
wij zelf in de eerste plaats vergeven zondaars zijn. Daar hoeven we geen angst
voor te hebben. We hoeven dus ook niet te ontkennen dat we zondaars zijn. Jezus
nodigt ons wel uit tot deemoedigheid. Hij nodigt ons uit om Hem toe te laten
ons te beminnen, door onze zonde heen. En om vervolgens ook zelf met een open
blik, vergevingsgezindheid en deemoedig naar andere mensen te kijken.
Reacties