Jezuïeten pakken heropbouw Nepal structureel aan
Het was de dodelijkste ramp in de
geschiedenis van Nepal. De aardbeving van 25 april 2015 doodde duizenden en
verwoestte een half miljoen woningen. De tweede schok van 12 mei kwam op het moment dat mensen juist begonnen
te bekomen van de eerste. De regering schatte het totaal aantal dodelijke
slachtoffers op 8500. Het grootste deel van het land blijft nu nog altijd aangewezen
op noodhulp.
Onder de koepel van Caritas
Talloze katholieke en niet-katholieke organisaties
hebben de oproep beantwoord van Bisschop
Paul Simick, Apostolisch Vicaris van Nepal. Die had iedereen gevraagd om
in één gezamenlijke noodoperatie de
handen in elkaar te slaan. Gesteund door Caritas Australië en Caritas India
coördineert Caritas Nepal nu de bijstand aan de overlevenden. Niet
onbelangrijk: Caritas is als lokale organisatie in Nepal officieel erkend en
gerespecteerd. Hulporganisaties, die van buitenaf waren neergestreken, werden door
de overheid veelal met reserve ontvangen omdat die de verwarring na de ramp nog
groter leken te maken.
De jezuïeten zijn een van die religieuze
gemeenschappen die onder Caritas werken. Met veel studenten vrijwilligers uit
de jezuïetenscholen bezochten zij dorpen die bijzonder zwaar waren getroffen.
Ze helpen met de bedeling van voedsel, tentzeilen, medicijnen en andere
noodhulp.
Oprichting Nepal Jesuit Social
Institute
In mei werd het Nepal Jesuit Social Institute (NJSI) opgericht. Het is een
lange-termijn project ontworpen door pater Louis Prakash SJ uit India samen met
de provinciale overste, pater Boniface Tigga, en zijn staf. De coordinator van
het NJSI, pater Boby Joseph SJ, begon een duurzaam herstelplan uit te werken om
overlevenden te ondersteunen. Honderden woonden de inzegening van het Sociaal Instituut
bij op 19 mei. “Ongewone tijden vragen om
ongewone maatregelen” zei pater George
Pattery SJ, de President van de jezuïetenconferentie van Zuid-Azië in zijn
toespraak waarin hij het instituut alle succes toewenste. De hoofdgast op die
openingsplechtigheid, Dhr. Suresh Adhikari, van het United Nations Development
Programme (UNDP) in Nepal, sprak zelfs de hoop uit dat het NJSI een leidende
rol op zich zou nemen in het herstel van het land, en met name de duizenden getraumatiseerde
kinderen zou begeleiden in hun terugkeer naar school.
De jezuïeten bezoeken ook dorpen waaronder Tipling,
in het district Dhading (zie foto’s van een helikopteroperatie daar genomen 5
mei 2015). 500 huizen lagen er in puin. Men was goed bezig aan de reparaties,
toen de tweede schok het vertrouwen van de dorpelingen onderuit haalde. Het
ergst getroffen was de buurt ‘Nummer 1’ bewoond door Dalits – de uitgestotenen in het Nepalese kastensysteem.
Jonge Indische jezuïeten naar Nepal
Een hele groep van jonge jezuïeten in opleiding
zijn ondertussen uit Indië in Nepal toegekomen. Zij volgen er een
oriëntatieprogramma in praktische noodhulp en trekken daarvoor naar de meest
afgelegen streken.
“Deze ramp heeft Nepal terug eventjes onder internationale aandacht gebracht”, zei pater Pattery SJ onlangs nog, “en we kunnen van deze gebeurtenis gebruik maken om nu een kersverse, duurzame ontwikkeling op gang te trekken. Nepal heeft onze speciale zorg nodig. Er komt gulle steun via de jezuïeten wereldwijd. En jezuïeten van zo wat overal uit Zuid-Azië werken samen in Nepal in het kader van hun universele zending: op weg naar een broederschap zonder grenzen.”
“Deze ramp heeft Nepal terug eventjes onder internationale aandacht gebracht”, zei pater Pattery SJ onlangs nog, “en we kunnen van deze gebeurtenis gebruik maken om nu een kersverse, duurzame ontwikkeling op gang te trekken. Nepal heeft onze speciale zorg nodig. Er komt gulle steun via de jezuïeten wereldwijd. En jezuïeten van zo wat overal uit Zuid-Azië werken samen in Nepal in het kader van hun universele zending: op weg naar een broederschap zonder grenzen.”
Reacties