Amadeu


Het was een even vermoeiende als boeiende dag vandaag. De voorbije twee dagen heb ik een sessie gegeven voor een 100-tal leerkrachten en directieleden van onze drie Portugese colleges. Het was boeiend. Niets lijkt zo goed op een jezuïetencollege in Vlaanderen als een ander jezuïetencollege, waar het ook gelegen is. En misschien is diegene die nog wel het meest bijleert bij een vorming, de “vormheer” zelf. Nu mag ik nog wat nagenieten in de vorm van enkele vrije dagen in Lissabon en omgeving.

Toen ik woensdagmorgen, vlak voor mijn vertrek, ontbijtte in Drongen, stond de verwarming aan in de keuken. Hier is het “gewoon zomerweer”, ttz flink in de dertig graden. ’s Nachts koelt het ietsje af, maar niet veel. Ik kan er uitstekend mee leven.

Deze morgen kwam broeder José mij oppikken en samen zijn we naar Coïmbra gereden, een mooie universiteitsstad met een rijke jezuïetengeschiedenis. De voormalige jezuïetenkerk is thans de kathedraal, en de eromheen liggende gebouwen van de oude Sociëteit zijn alle door de Markies van Pombal in de 18de eeuw aangeslagen en maken nu deel uit van de universiteit. De Portugese jezuïeten hebben dergelijke onaangename avonturen tot drie maal toe meegemaakt. We hebben het middagmaal gebruikt in een typisch Portugees restaurantje. Ik heb er dé nationale schotel bij uitstek gegeten: kabeljauw. Concreet betekent dit dat gezouten en gedroogde kabeljauw twee tot drie dagen in zoet water wordt gelegd en vervolgens wordt gegrild. Het blijft zout, maar valt best te genieten.

Coïmbra geeft een beetje dezelfde indruk als Lissabon. Sommige wijken van de stad zijn heel modern, zou je in om het even welk Europees land kunnen aantreffen. Maar andere “ barrios” zijn bijna onderkomen en ronduit armoedig. Je merkt dat het land sterk aan het evolueren is. De levensstandaard ligt echter een stuk lager dan in Noord-Europa.

In de namiddag hebben we Fátima bezocht. Mooi, ruim, heel netjes en erg groot. Er waren verschillende bedevaarten aan de gang. De ondergrondse basiliek is ronduit indrukwekkend. Veel devotie heb ik tijdens ons anderhalf uur durend bezoek niet ervaren. Een bedevaartsoord leent zich niet voor toeristisch bezoek. Je moet er op bedevaart gaan. Het was overigens wel indrukwekkend om jonge en minder jonge bedevaarders de laatste honderden meters van hun pelgrimstocht op de knieën te zien afleggen.

Toen ik terug “thuis” kwam in Lissabon ben ik nog even Amadeu gaan groeten. Amadeu is de directeur van het college alhier en hij is het die me uitgenodigd heeft om te komen spreken. Hij verblijft nu echter op de ziekenboeg met botkanker … Misschien is het wel dit bezoekje dat me nog het meest beïndrukt heeft. Hoewel Amadeu weet dat zijn dagen geteld zijn, blijft hij allerhartelijkst en vreugdevol. Hij was ten zeerste geïnteresseerd in onze uitstap, en begon meteen de dag van morgen mee voor te bereiden. Wat een innerlijke vrijheid heeft die man. Het laat hem toe om te volle te leven en het leven van anderen te delen. Tot het einde toe.

Toeval of niet, zijn naam betekent: de man die houdt van God.

Reacties

Meest gelezen

Wat verrijzenis kan betekenen in de dierenwereld en in jouw leven - Adembenemende video

Waarom we stille zaterdag graag overslaan - de uitleg van Karl Rahner sj

Dé tip van Paus Franciscus voor een geslaagd leven

Kan je vandaag nog in Jezus geloven zoals 2000 jaar geleden? - Homilie van Nikolaas Sintobin sj

Over wassen van een aidszieke en Witte Donderdag - homilie Nikolaas Sintobin sj

De tenen van God (1/4)